10 Mrt 2021
Welke informatie moet er op het product staan?
De wet Voedselinformatie vermeldt duidelijk welke gegevens er op een product moeten staan. Op voorverpakte voedingsmiddelen, zoals een pak yoghurt of een zak macaroni, moet een ingrediëntenlijst staan, informatie over allergenen en binnenkort dus ook een voedingswaardedeclaratie. Voor niet-voorverpakte (onverpakte) voedingsmiddelen zijn er minder eisen. Hier volstaat de naam van het product en informatie over allergenen.
Niet-voorverpakt
Maar de hamvraag is: wat valt er precies onder ‘niet-voorverpakt’? Dat zit ingewikkelder in elkaar. De wet zegt dat dit alle levensmiddelen zijn die:
De ‘uitbrengmaaltijden’ van zorginstellingen vallen in deze laatste categorie. Dit zijn dus maaltijden om diezelfde dag te consumeren, zoals tafeltje-dekje. Deze maaltijden hoeft u dus niet volledig te etiketteren en de voedingswaardedeclaratie is niet verplicht. Wel vermeld u de naam van het product en bied u informatie over allergenen.
Maaltijden die niet zijn bedoeld voor directe consumptie moet je wel volledig etiketteren. Inclusief voedingswaardedeclaratie. Dat geldt bijvoorbeeld voor maaltijden die op locatie worden verpakt, eventueel begast voor een langere houdbaarheid, en bijvoorbeeld 1,2 of 3 dagen later worden geconsumeerd. En ook voor maaltijden die iedereen kan kopen in het restaurant.
Wel of niet volledig etiketteren: enkele voorbeelden
Voorbeeld 1 – directe consumptie
Je bereidt de maaltijden in de centrale keuken van de zorginstelling. Je levert ze warm af bij de bewoners voor directe consumptie. Een volledig etiket is niet nodig.
Voorbeeld 2 – consumptie dezelfde dag
Je kookt de maaltijden in de centrale keuken, koelt ze af en vervoert ze naar de afdeling of de locatie. Daar worden ze opgewarmd en nog diezelfde dag geconsumeerd door de bewoners. Een volledig etiket is niet nodig.
Voorbeeld 3 – consumptie binnen 3 dagen
Je kookt de maaltijden en laat ze afkoelen. Eventueel worden ze begast zodat ze 3 dagen houdbaar zijn. De maaltijden worden vervolgens gekoeld bewaard en later opgewarmd en geconsumeerd. Dat kan op diezelfde dag zijn. Maar ook 1, 2 of 3 dagen later (rondom het weekend bijvoorbeeld). Een volledig etiket is wel nodig.
Voorbeeld 4 – verpakken en aanbieden aan personeel
Je kookt maaltijden in de centrale keuken. Een deel hiervan koel je af, verpak je en bied je aan in het restaurant aan het personeel, om mee te nemen naar huis. In dit geval kunnen je maaltijden door iedereen worden aangekocht. Een volledig etiket is wel nodig.
Voorbeeld 5 – inkopen en directe consumptie
Je koopt maaltijden centraal in voor je zorginstelling. Op jouw verzoek worden de maaltijden voorverpakt en geleverd met de bedoeling om ze nog diezelfde dag te consumeren. Een volledig etiket is niet nodig.
Voorbeeld 6 – inkopen en consumptie binnen 3 dagen
Je koopt maaltijden in voor je zorginstelling. Deze worden op jouw verzoek voorverpakt aangeleverd met een houdbaarheidsdatum van 3 dagen. Een volledig etiket is wel nodig.
Voorbeeld 7 – open serveerwagen
Je kookt maaltijden en serveert ze diezelfde dag op de afdeling in open serveerwagens. Bewoners of patiënten kunnen zelf hun maaltijd samenstellen. Een volledig etiket is niet nodig.
Voorbeeld 8 - ontkoppeld koken
Je kookt verschillende maaltijdcomponenten, koelt ze geforceerd terug en bewaart de maaltijdcomponenten afgedekt voor 3 dagen in de koeling. Op de dag van consumptie portioneer je de maaltijden en verdeelt ze onder de bewoners of patiënten. Je hebt hier te maken met niet-voorverpakte maaltijden. Een volledig etiket is niet nodig.
Wat moet je doen als er WEL een volledig etiket op moet?
Als op een maaltijd wel een volledig etiket moet staan, dan zijn de volgende vermeldingen verplicht:
1. Naam van het product.
2. Lijst met ingrediënten (in afnemende volgorde).
3. Eventueel aanwezige allergenen.
4. Hoeveelheid van de ingrediënten (als dit in de benaming of afbeelding van het product zit, bijvoorbeeld frambozenvla).
5. Netto hoeveelheid van het product.
6. Houdbaarheidsdatum (‘ten minste houdbaar tot’ of ‘te gebruiken tot’).
7. Bijzondere bewaarvoorschriften of gebruiksvoorschriften, indien nodig.
8. Naam en contactgegevens van de fabrikant of verkoper/importeur.
9. Een gebruiksaanwijzing (als het product moeilijk te gebruiken is zonder gebruiksaanwijzing).
10. Land van oorsprong of plaats van herkomst van vlees, indien nodig.
11. Alcoholpercentage (indien er meer dan 1,2% alcohol inzit).
12. Voedingswaardevermelding (voedingswaardedeclaratie).
Wat moet je doen als er GEEN volledig etiket op moet?
Als er geen volledig etiket op het product hoeft te staan, dan ben je wel verplicht het volgende te vermelden:
1. Naam van het product.
2. Eventueel aanwezige allergenen (schriftelijk of mondeling).
De gebruiks- en bewaarvoorschriften moet je ook vermelden als het noodzakelijk is. Bijvoorbeeld: hoe moet je de maaltijd opwarmen in de magnetron? Vermeld deze informatie zeker als het anders tot fouten kan leiden.
Hoe zit het ook alweer met allergenen?
Informatie over allergenen moet in alle gevallen beschikbaar zijn voor de bewoner of de patiënt. Je mag de allergeneninformatie schriftelijk en mondeling geven. Voorwaarde is dat de informatie ook altijd schriftelijk is te controleren door wie dat wil (denk ook aan verzorgenden, familie en kennissen).
Je kunt de informatie op verschillende manieren geven. Denk aan menukaarten, schapkaartjes of informatieklappers op de serveerwagen. Maar je kunt ook op het menu vermelden dat allergeneninformatie op verzoek beschikbaar is. Zolang je de informatie altijd maar kunt geven aan de gast/patiënt.
Kennis allergenen onder keukenpersoneel en vrijwilligers
Het koken en bereiden van maaltijden voor iemand met een voedselallergie vereist kennis van zaken. Daarom is het belangrijk dat je de medewerkers én vrijwilligers goed traint. Zorg voor goede instructies over dieetwensen en allergieën van bewoners en hoe je hier in de praktijk mee omgaat.
Kleinschalige woonvorm
Ben je werkzaam in een kleinschalige woonvorm? Dan ken je ongetwijfeld de dieetwensen en allergieën van alle bewoners. Waarschijnlijk koop je de producten op maat in, of bereid je aangepaste maaltijden. Door de dieetwensen en allergieën bij het intakegesprek vast te leggen, kun je deze informatie eenvoudig raadplegen. En dat is voldoende.
Hoe zit het met maaltijdcomponenten die je inkoopt voor de zorginstelling?
Ingrediënten of maaltijdcomponenten die je inkoopt voor de zorginstelling moeten van alle verplichte vermeldingen zijn voorzien. Een deel van de informatie mag ook in de handelspapieren staan die bij het product worden geleverd. Op de buitenste verpakking moet wel altijd het volgende staan:
1. Naam van het product.
2. Productiepartij of identificatienummer.
3. Naam en contactgegevens van de fabrikant of verkoper/importeur.
4. Houdbaarheidsdatum (‘ten minste houdbaar tot’ of ‘te gebruiken tot’).
5. Bijzondere bewaarvoorschriften of gebruiksvoorschriften.
Lees meer over de verplichtingen voor niet-voorverpakte levensmiddelen op de website van de NVWA.
wilt u ook meer info over etiketten en labels in hygienecode online? Vul het contact formulier in.